Op de polikliniek wordt een 11-jarige jongen aangemeld samen met zijn broer. Zij konden als enige uit hun gezin vluchten. In hun land van herkomst en op hun vlucht hebben ze vele gruwelijkheden meegemaakt. Van hun gezin en familie zijn velen spoorloos of vermoord. Als ik kennis maak ontmoet ik een gesloten jongen met een gekweld gezicht. De volwassenen om hem heen zoals zijn voogd, zijn pleegmoeder, zijn leerkrachten maken zich veel zorgen en willen dat hij hulp krijgt. Hij voldoet aan de diagnostische criteria van PTSS. De nachtmerries overspoelen hem en maken hem angstig om te gaan slapen. Van leren op school komt (ondanks zijn cognitieve vermogens) weinig terecht. Zijn hoofd zit vol met zorgen over zijn gezin en familie. Hij trekt zich veel terug in gamen en zijn sociale contacten zijn minimaal.
Met dank aan zijn broer die de hulp met beide handen aangrijpt, leren we over de geschiedenis van deze jongen die niets wil maar ook niets kan vertellen. Zijn gesloten/bozige blik, stramme motoriek en houding spreken boekdelen; hij gaat gebukt onder alles wat hij heeft meegemaakt. Ondanks alle weerstand wil hij toch één dagdroom proberen.
Ik vraag aan hem om zich een boom voor te stellen. Hij ziet een gehavende boom die zich moet beschermen en actief verweren. Er is overal allerlei dreiging, de boom moet alert blijven. Terwijl hij zo naar de boom kijkt ontdekt hij een beschut plekje bij de boom waar het veilig is. Hij gaat daar tegen de boom aan zitten. Hij voelt zich veilig. Het geeft hem de mogelijkheid om uit te rusten terwijl hij van de omgeving geniet die hem doet denken aan zijn thuisland. Hij ontdekt dat diep in de boom water zit, dat de boom goed wil en moet beschermen, waar hij van kan drinken. Zijn hele lijf ontspant en er komt een vriendelijke uitstraling op zijn gezicht.
In de nabespreking vertelt hij dat het, tot zijn verbazing, een prettige ervaring is geweest en herinneringen naar boven haalde van vóór de oorlog.
Ik weet nog hoe spannend ik het vond om een dagdroom te gaan doen. Wat zou er opkomen terwijl er zoveel onzekerheid, gruwelijkheid en onveiligheid in deze jongen zat. Waarmee de droom ook startte: de boom die onder vuur lag en overal gevaar om hem heen. En dat daar dan toch een oase van veiligheid was.
Mooie beelden en een lavende ervaring in zijn dagelijks leven vol gruwelijkheden.
Zijn bozige en gesloten blik en gespannen houding verdwenen tijdens de droom. Afsluitend hebben we die sessie meer motorische activiteiten gedaan zoals overgooien met de bal. Het contact voelde erna heel anders. Hij was ontspannen in zijn beweging en toegankelijk in het contact.
In een later gesprek met hem en zijn voogd vertelde zijn voogd dat hij zich meer open ging stellen, meer vertelde en een levendiger gezichtsuitdrukking had gekregen. Zelf vulde hij aan dat het slapen ook beter ging.
Heel bijzonder dat 1 dagdroom zoveel te weeg kan brengen.
Een gedachte over “Een gehavende boom”
Wat een krachtige dagdroom. Hoe bijzonder is dat water in die boom en dat het kind hierbij kan! Alsof het kind weer met deze ‘bron’ in contact is gekomen. Prachtig.
Reacties zijn gesloten.