Uit de praktijk

Uit de praktijk: Het onzichtbaar huisje

Hoe helpt symbooldrama concreet in een therapeutische situatie? Nicole Muller, psychotherapeut en symbooldramatherapeut, vertelt over S., een jonge vrouw van 21 jaar. Met symbooldrama blijkt ze in staat om via beelden woorden te geven aan haar emoties in de vorm van gedichten.

S. is al jarenlang in therapie. Het lukt haar maar niet om nare herinneringen op te ruimen en blij te zijn met zichzelf. Los van nare herinneringen die ze heeft meegemaakt heeft ze een ernstige neurologische ziekte, waardoor haar spieren in rap tempo aan kracht verliezen. Ze rouwt om haar jonge lichaam dat verloren gaat: een van de centrale thema’s in het therapeutische traject dat ik met haar doorloop.

In de tweede sessie vraag ik haar een wei te dromen. Ze ziet een klein gammel huisje. Het staat in de wei, maar die is voor haar niet concreet zichtbaar. Het huisje wel: het is piepklein, dichtgetimmerd met scheve planken. Na de sessie schrijft ze dit gedicht:

Het onzichtbaar huisje
Niemand die aanklopt bij het huisje,
Het staat er alleen maar,
Alsof het onzichtbaar is,
Kijkt iedereen er maar recht doorheen.

Alleen maar door de schuine planken,
Is het minderwaardig,
Krijgt het geen aandacht,
Is dit dan echt rechtvaardig?

Het liefst verdwijnt het huisje,
Gewoon ter plekke door in de aardbodem,
De stoten van de wind komen te hard aan,
Het zal een keer zijn evenwicht verliezen,
En kan het huisje de wind niet meer ontgaan.

Hoe gaan we hier mee om? De wei als symbooldrama-motief staat voor ‘plek innemen’. Het feit dat S. de wei niet kan zien lijkt te wijzen op haar moeite om plek in te nemen, ruimte te mogen hebben om te zijn wie ze is. Het blijkt haar innerlijke gevecht te symboliseren: het gevoel te hebben geen ruimte in te kunnen of mogen nemen, het gevoel te hebben dat mensen door haar heen of om haar heen kijken, alsof ze er niet ís, alsof ze er niet toe doet.

Ze gaat nooit meer mee op familiebezoek. Het is te pijnlijk: hun blikken naar haar.
Als ze in huis is, als iedereen weg is, en de gang en de kamer zijn leeg, zou ze wel naar de voordeur willen rennen om te schreeuwen dat ze tóch mee wil!
Maar ze blijft zitten in de stilte. Zo heet haar tekening van het weiland en het huisje: de stilte.”