BlogVerenigingsnieuws

Van de voorzitter: twee brainstormsessies

Er is een brainstormsessie geweest via zoom op 18 februari. Er waren docenten, supervisoren, vertegenwoordigers van opleidingen (voormalig cursisten) en het bestuur bij aanwezig.

We hebben gediscussieerd naar aanleiding van vooraf opgestelde stellingen. Als je over onderstaande onderwerpen ook gedachtes hebt, mail deze dan naar info@symbooldrama.nl. Hieronder vind je gedachtes rond de verschillende thema’s, die tijdens de brainstormsessie naar voren gekomen zijn.

Over de theorie:

Stelling: Symbooldrama moet zich veel meer profileren als een methodiek die in bijna iedere therapeutische school te integreren is.

Symbooldrama sessies kunnen naast andere interventies bij cliënten plaats vinden. Je maakt keuzes op grond van wat bij de cliënt past. Aspecten van Symbooldrama komen terug bij andere therapievormen, zoals ACT, Focussen, Polyvagaal therapie, Psychosynthese, Schematherapie (de imaginatie) en speltherapie. Het gaat dan om voelen en ervaren, de beleving, accepteren, het visuele, de verbeelding, het zintuiglijke, er als therapeut bij blijven, de specifieke begeleidingsstijl en het proces van symboliseren. Echter Symbooldrama is heel uniek, met zijn eigen methodiek, die anders is en anders werkt dan bij andere therapie-vormen. Symbooldrama gaat onder de afweer door.                                                       Als je onze methode naar buiten toe meer wilt profileren (onder de aandacht brengen in het veld, cursisten enthousiasmeren) dan kun je het gemeenschappelijke met andere methodieken benadrukken.

Kortom: zeker gemeenschappelijke punten en je kunt samen optrekken om de methode onder de aandacht te brengen. Maar Symbooldrama blijft uniek en dat wat uniek is bij Symbooldrama moet niet verloren gaan.

Over de opleiding:

Stelling: Iemand die de basiscursus (inclusief supervisie / intervisie) heeft gedaan, mag zich Symbooldrama therapeut noemen, maar met daarbij een classificatie qua opleiding (basis, midden of top).

Het hangt af van de achtergrond / vooropleiding van de mensen, hoe snel ze de methodiek van Symbooldrama onder de knie krijgen; in die zin is er niets algemeens over te zeggen. Alleen het basisniveau lijkt wat mager; de opleiding heeft een opbouw, het middenniveau lijkt van belang om gevolgd te hebben; daar andere thema’s en de nodige conflicten aan bod komen. Voor de zelfervaring is het middenniveau ook essentieel. De cursisten vinden het tweede jaar een belangrijke toevoeging en een verdieping; ook qua begeleidingsstijl is het anders / meer gedifferentieerd. In het tweede jaar leer je de overdracht en tegenoverdracht hanteren en verdragen,  en er komt meer focus op de relatie cliënt – therapeut te liggen. Iedereen vindt intervisie belangrijk; misschien moeten intervisie-groepen meer door de vereniging gefaciliteerd worden en/of op de website te vinden zijn. Misschien is een colloquium of een gesprek met de aspirant-therapeut nodig om te kijken of er genoeg therapie-vaardigheden zijn. Meer verwachten dan het basisniveau stimuleert mensen wellicht om verder te gaan met de opleiding. Andere invalshoek: seminars kunnen ook erg bijdragen aan verdieping en professionalisering. Vanuit profilering van de vereniging naar buiten is een korte therapeutenlijst niet zo wenselijk. Mensen die het basisjaar gevolgd hebben kunnen de methode inzetten via coaching.

Kortom: veel hangt van de achtergrond van de persoon af, maar het middenniveau heeft zo zijn eigen inbreng en is misschien wel essentieel. In ieder geval is intervisie / supervisie en verdere scholing raadzaam.

Over de literatuur bij de opleiding:

Stelling: De literatuur die aansluit bij Symbooldrama zou evenwichtiger moeten zijn in taal (nu veel Duits) en theorie (nu veel psychoanalytsich).

Er is geen niet-Duitse literatuur voorhanden. We zouden dan moeten gaan vertalen, of ons licht laten schijnen bij de opleiding in andere landen. Vertalen kost geld, maar is misschien wel belangrijk. De literatuur (vertaal) werkgroep is niet meer actief. Leuner blijft centraal staan in de opleiding; het is moeilijk te lezen, er komen termen vanuit de psycho-analyse in naar voren, maar er is nog geen goed alternatief. Kunnen we zelf een boek schrijven: verschillende mensen die een hoofdstuk schrijven? Leuner is wel heel degelijk, het is een basiswerk, de Symbooldrama-bijbel. Leuner heeft heel systematisch het hele skelet van zijn denkwijze uitgeschreven; het is echt een leerboek. Inhoudelijk is Leuner niet meer van deze tijd (bijv. man en vrouwbeeld), zou gemoderniseerd moeten worden. Leuner is niet zo goed vervangbaar. Het stukje psycho-analyse is essentieel. Echter daarnaast is er ook het symboliseren, het zintuiglijk beleven en het aansluiten bij de client van belang; dat moet ook in de opleiding aangestipt worden en elke docent zal zijn eigen achtergrond meenemen. Kun je literatuur vanuit andere stromingen (bijv. Gendlin) ook toevoegen aan de opleiding, of is de supervisie daar meer een plek voor? De cursisten vinden dat andere docenten weer een ander accent geven en dat vinden ze een verrijking.

Kortom: Leuner is onvervangbaar, maar zou gemoderniseerd (en vertaald) moeten worden. Docenten geven ook hun eigen kleur aan de opleiding.

Er is ook een brainstormsessie geweest op 23 januari over het komend congres (14 november in Houten). Deze brainstormsessie heeft al veel ideeën en inspiratie naar voren gebracht. We blijven bij het thema Symbooldrama en andere culturen. Inmiddels bestaat de voorbereidingsgroep uit 5 leden!