BlogUit de praktijk

Vijf vragen aan … Corinne Verheule

Een symbooldramatherapeut beantwoordt vijf vragen en geeft dan het stokje door aan iemand anders. Bettina Klein heeft het stokje doorgegeven aan Corinne Verheule. Corinne is gespecialieerd in adoptie, pleegzorg, gehechtheid en vroegkinderlijk trauma. Voor symbooldrama raakte zij geïnspireerd door Truus Bakker. Zij vertelt onder meer waarom symbooldrama zo’n mooie aanvulling is in de behandeling van vroegkinderlijk trauma en gehechtheidsproblemen.

Wie is Corinne Verheule?

“Mijn naam is Corinne J. Verheule. Ik ben 60 jaar oud (nog steeds tot mijn verrassing), ik woon al meer dan 30 jaar samen met Vincent in Amstelveen en we hebben twee dochters. Ik houd veel van het zijn in de natuur, van een latte macchiato met hele pure chocola, en dat het liefst terwijl ik de Donald Duck lees. 

Ik ben eind jaren 80 afgestudeerd aan de VU als orthopedagoog. Mijn doctoraalscriptie (1988) ging over de voorbereiding van aspirant adoptieouders (die destijds nagenoeg ontbrak) in vergelijking met de voorbereiding van aspirant pleegouders. In 1989 werd een wet aangenomen die aspirant adoptieouders verplicht stelt om voorafgaand aan hun adoptieproces voorlichting- en voorbereidingsbijeenkomsten te volgen. Ik werd gevraagd om mijn scriptie in de praktijk om te zetten. En na 10 jaar voorbereiding te hebben gegeven heb ik samen met een collega (Anny Havermans) de afdeling Nazorg voor adoptiegezinnen opgericht. Zodoende ben ik de adoptiewereld in gerold en is dit, naast pleegzorg, mijn voornaamste doelgroep. Ik ben naast werkbegeleider bij Fiom-Adoptievoorzieningen, ook opleider ‘Video-Interactie Begeleiding en Gehechtheid’ en supervisor Sherborne Samenspel voor professionals in de jeugd(gezondheids)zorg en heb een eigen praktijk.”

1. Hoe ben je met symbooldrama in aanraking gekomen?

“Na een presentatie die ik gaf aan hulpverleners over ons aanbod voor adoptiegezinnen, kwam Truus Bakker naar me toe. Zij werkte ook met geadopteerden en ik wist meteen: ‘van jou kunnen we veel leren!’ En dat bleek helemaal waar te zijn. Ik heb Truus jarenlang regelmatig bij ons team uitgenodigd voor het geven van deskundigheidsbevordering en later zijn mijn collega Anny en ik twee jaar lang iedere maand bij Truus geweest voor supervisie. We hebben daar nog een document van gemaakt getiteld: ‘De wijze lessen van Truus’. Gekscherend noemden we haar ‘onze goeroe’. Deze lessen hebben we in 2012 kunnen verwerken in ons boek ‘Gehechtheid in beeld’.

Truus werkte met ons ook met dagdromen.  Al snel spoorde ze me aan om ook de opleiding symbooldrama te gaan volgen. Hier heb ik uiteindelijk in 2004 gehoor aan gegeven.”

2. Bij welke problematiek zet jij vooral symbooldrama in?

“Gezien mijn expertise werk ik in mijn praktijk alleen met adoptie- en pleeggezinnen. De problematiek betreft dan vooral gehechtheidsontwikkeling (ook van de ouders) en vroegkinderlijk trauma.”

3. Wat is een dagdroomervaring die je nog steeds bijblijft? 

“Als eerste komt dan een dagdroom van een adoptieouder naar boven die ook staat beschreven in het artikel van Bettina en mij (‘Dromen over gehechtheid’). Naar aanleiding van het motief ‘Een weg’ vertelt de ouder geen weg te zien. Alles is heel zwart, kil en donker. Er is geen lichtpuntje te bekennen. De bodem is hard en vochtig. Er drupt water langs de wanden. De ouder zegt opgesloten te zijn. Het is muf en koud en hij wil eruit maar weet niet hoe. Na een lichte aansporing om de wanden af te tasten voelt hij naast de harde, natte stenen opeens een grendel die stevig voor een stalen deur zit. Tot zijn verbazing lukt het om de grendel weg te schuiven, de deur een stukje open te duwen en daar ziet hij een bospad, zonnig en fris. En ik hoor nog zijn verbaasde uitroep: “De grendel zit aan de binnenkant!”.  

Deze dagdroom vond ik zelf spannend omdat het in eerste instantie uitzichtloos leek. Ik kon me gelukkig beheersen om niet zelf oplossingen te suggereren en juist bij de beleving van het donker te blijven, mee te leven en dat samen te onderzoeken. En dan uiteindelijk die verbaasde ontdekking dat de grendel aan de binnenkant zit… Na deze dagdroom is de ouder zelf meer initiatief gaan nemen tot herstel van contact met familie en vrienden. Wat mij raakt is de kracht van het beeld, het innerlijk weten en vermogen tot herstel waar symbooldrama ons mee in contact kan brengen.”

4. Waarom zou iedereen symbooldrama in zijn behandelpakket moeten hebben?

“Iedereen hoeft voor mij niet, maar veel meer behandelaars zou wel prachtig zijn. Mijn ervaring is dat de taal van het symbool zoveel rijker is dan gesproken taal. Het verrast de cliënt en mij steeds weer. Het is in het kader van traumaverwerking een gouden weg waarin je niet te snel gaat voor de cliënt en het gevaar van hertraumatisering heel klein is. Vooral ook met kinderen is het mogelijk om via het symbool toch te kunnen communiceren over vroege traumatische ervaringen zonder dat het kind overspoeld raakt. Je werkt met symbooldrama direct via de rechter hersenhelft waar nare ervaringen, en pre-verbaal trauma liggen opgeslagen. Ik werk ook met EMDR en symbooldrama is een prachtige aanvulling daarop. Met EMDR haal je als het ware de angel (van de traumatische ervaring) eruit en in de dagdroom kun je daarnaast ook herstellende ervaringen opdoen en in contact komen met de eigen kracht en creativiteit.”

5. Wat is je hartewens mbt symbooldrama?

“Mijn wens is dat symbooldrama in Nederland de erkenning krijgt die het verdient. Ook wens ik dat inderdaad veel meer behandelaren de opleiding symbooldrama gaan volgen en deze geweldige behandelwijze gaan toepassen in hun praktijk. Het zou ook heel mooi zijn als symbooldrama meer bekend wordt  in de pastorale en geestelijke zorg. Daar zou ik me als beginnend docent symbooldrama graag voor willen inzetten.”

Aan wie geef je het stokje door? 

“Ik zou de volgende keer graag Piet van Roest het woord geven. Piet was destijds één van mijn docenten. Hij werkt al zoveel jaren met symbooldrama en heeft de ontwikkelingen van dichtbij mee gemaakt. Ik ben nieuwsgierig naar zijn ervaringen en ideeën. Ook omdat hij goed thuis is in het psycho-analytisch gedachtegoed. Daarnaast lijkt het me, nadat 3 vrouwen aan het woord zijn geweest, ook leuk om een man te horen.”